Geen algemene eisen aan transparantie over financieringsstromen

De Belastingdienst stelt in het algemeen geen eisen aan bedrijven met een hoofdkantoor in Nederland ten aanzien van transparantie over financieringsstromen van en naar laagbelastende staten of staten op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. Dit antwoordt Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op vragen van verschillende Kamerleden over schending van OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen door Pluspetrol. Belastingplichtigen dienen wel rekening te houden met de Nederlandse fiscale verplichtingen die verbonden zijn aan financieringsstromen, zoals renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Dit kan ook rente verschuldigd op een lening aan een laagbelastende of niet-coöperatieve staat betreffen. De in de vennootschapsbelasting opgenomen aanvullende Controlled Foreign Companies (CFC)- maatregel heeft ook betrekking op een gecontroleerd lichaam of een vaste inrichting in een bij ministeriële regeling aangewezen laagbelastende of niet-coöperatieve staat. Verder worden rente- en royaltybetalingen aan gelieerde lichamen gevestigd in deze aangewezen staten per 1 januari 2021 onderworpen aan een conditionele bronbelasting. Tot slot wordt opgemerkt dat de Belastingdienst sinds 1 juli 2019 geen zekerheid vooraf meer geeft over de fiscale gevolgen van transacties met lichamen gevestigd in deze aangewezen staten.

Nederland steunt voorts het initiatief in de EU om afspraken te maken over een publieke verplichting tot het opstellen van een landenrapport in het kader van country-by-country reporting (CbCR) voor grote internationaal opererende bedrijven. Het doel van een publieke CbCR is voor de maatschappij inzichtelijk te maken hoeveel winstbelasting een multinational daadwerkelijk betaalt en waar deze wordt betaald.

Vraag 6
Heeft u zicht op hoe vaak het voorkomt dat geldstromen (zoals rente en royalty’s) van Nederland via Luxemburg naar landen lopen die op de Europese zwarte lijst staan of op de lijst van laagbelastende jurisdicties?
Zo ja, hoe zien deze geldstromen eruit?

Vraag 7
Vindt u het wenselijk om zicht te hebben op stromen naar deze landen via tussenkomst van een ander Europees land?

Antwoord 6 en 7
Er is geen zicht op hoe vaak het voorkomt dat geldstromen zoals rente en royalty’s van Nederland via Luxemburg of een ander land naar laagbelastende of niet-coöperatieve staten lopen, aangezien dit niet in de beschikbare statistieken kan worden meegenomen. De conditionele bronbelasting op rente en royalty’s bevat overigens een antimisbruikbepaling om te voorkomen dat de bronbelasting eenvoudig kan worden ontweken door het tussenvoegen van een lichaam in Luxemburg of een ander land. In de voorgestelde monitoring van de inkomensstromen via bijzondere financiële instellingen, waarover u binnenkort geïnformeerd zult worden, is voorzien in een monitoring van de stromen naar andere landen dan alleen de laagbelastende jurisdicties. Mocht er sprake zijn van het op grote schaal omleggen van stromen via een ander land met als enige doel het ontwijken van de bronbelasting, dan zal dat op die manier mogelijk zichtbaar kunnen worden. Dit zal in komende jaren een onderwerp van onderzoek worden.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/04/22/beantwoording-kamervragen-over-pluspetrol