Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad in een massaal bezwaarprocedure – kort gezegd – het box 3-belastingstelsel in de inkomstenbelasting voor de jaren 2017 en 2018 in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Op Prinsjesdag 2022 maakte het kabinet bekend dat niet-bezwaarmakers niet voor rechtsherstel in aanmerking komen. Volledige compensatie zou naar schatting ongeveer € 4,1 miljard kosten. Hiervan zou meer dan de helft terecht komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000. Het kabinet heeft gekozen om de beperkt beschikbare budgettaire middelen in te zetten voor het ondersteunen van de koopkracht van burgers, met name de meest kwetsbare huishoudens.
Het kabinet kwam tot dit besluit nadat door de Hoge Raad in het ander arrest van 20 mei jl. had geoordeeld dat op grond van wet- en regelgeving aan niet-bezwaarmakers waarvan de aanslag reeds onherroepelijk vaststond, geen op rechtsherstel gerichte compensatie hoeft te worden verleend. Uit de wet- en regelgeving volgt dat een aanslag niet ambtshalve wordt verminderd als de onjuistheid voortvloeit uit ‘nieuwe jurisprudentie’: jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk is vast komen te staan. Niet-bezwaarmakers mogen onder voorwaarden een verzoek om ambtshalve vermindering indienen bij de belastingdienst.
De belastingdienst wordt dan ook de laatste tijd overspoeld met verzoeken om (ambtshalve) vermindering van aanslagen inkomstenbelasting door niet-bezwaarmakers. De belastingdienst ontving tot eind oktober jl. circa 160.000 verzoeken voor ambtshalve vermindering box 3. Het indienen van deze verzoeken levert veel werk op voor belastingplichtigen, belastingadviseurs en de belastingdienst.
Op 4 november 2022 stuurde de staatssecretaris van Financiën daarom een brief aan de Tweede Kamer waarin een ‘Massaal-bezwaar plus’-procedure wordt voorgesteld. In de kamerbrief zegt de staatssecretaris bovendien toe dat alle niet-bezwaarmakers met box 3 inkomen over de jaren 2017-2020 aanspraak kunnen maken op een nadere uitspraak van de Hoge Raad, mocht de Hoge Raad de belastingplichtigen in een nieuwe zaak in het gelijk stellen.
De wet kent al de mogelijkheid om een procedure massaal bezwaar aan te wijzen wanneer dezelfde rechtsvraag van belang is voor de beslissing op een groot aantal bezwaarschriften. Met het oog op beantwoording van de rechtsvraag wordt een zaak (of een aantal zaken) geselecteerd en aan de belastingrechter voorgelegd. De rest van de bezwaarschriften wordt aangehouden en na afloop van de procedure met een collectieve uitspraak op bezwaar afgehandeld. Het is echter nu (nog) niet mogelijk om een procedure massaal bezwaar aan te wijzen voor verzoeken tot ambtshalve vermindering. Daarom stelt het kabinet voor om de mogelijkheid van een procedure ‘massaal bezwaar plus’ in te richten. Daarvoor is wel een wetswijziging nodig. Het kabinet zal binnenkort daarvoor een nota van wijziging indienen. De staatssecretaris acht de kans overigens wel klein dat de Hoge Raad in een nieuwe procedure terugkomt op zijn recente uitspraak van 20 mei jl.
Met de voorgestelde procedure kunnen niet-bezwaarmakers voor de jaren 2017 tot en met 2020 alsnog delen in de uitkomst van een procedure over rechtsherstel in box 3. Belastingplichtigen hoeven daarvoor geen individueel verzoek in te dienen. Met de nota van wijziging wordt per 1 januari 2023 een wettelijke basis gecreëerd voor de procedure ‘massaal bezwaar plus’. Deze vereenvoudiging is bijzonder welkom voor de praktijk.
Neem gerust contact met ons op als u vragen heeft over het bovenstaande. We helpen u graag verder met al uw vragen.
Soliana Belastingadvies BV