Op vrijdag 20 mei 2022 is de Voorjaarsnota 2022 bekend gemaakt. Deze nota geeft een tussentijds overzicht van het lopende begrotingsjaar en dient als uitgangspunt voor de begroting van het komend jaar. Het bevat maatregelen ter dekking van extra uitgaven voor reparatie van het kerstarrest van de Hoge Raad over Box 3, de koppeling van de AOW aan het wettelijk minimumloon, en de extra uitgaven voor defensie ten gevolge van de oorlog in Oekraïne.
Daarnaast gaat het kabinet in aanloop naar Prinsjesdag kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht. Hierbij wordt in ieder geval gekeken naar de uitkomsten van het IBO Vermogensverdeling en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Over de uitkomst hiervan zal het kabinet op Prinsjesdag rapporteren.
De belangrijkste maatregelen met fiscale gevolgen zijn als volgt:
1. Vennootschapsbelasting: verlagen schijfgrens naar 200.000 euro
Vanaf 1 januari 2023 wordt de schijfgrens in de vennootschapsbelasting (Vpb) verlaagd van 395.000 euro naar 200.000 euro. Hierdoor betalen bedrijven eerder het hoge Vpb-tarief van 25,8 procent. Deze maatregel heeft een budgettaire opbrengst van 1,3 miljard euro. Mogelijk wordt de schijfgrens zelfs tot onder 200.000 euro verlaagd en/of het lage Vpb-tarief van 15% verhoogd, mocht de opbrengst van de Pijler 2 maatregelen in de Vpb tegenvallen.
2. Box 3: voorgenomen verhoging heffingsvrije vermogen terugdraaien
In het coalitieakkoord is een maatregel opgenomen om het heffingsvrij vermogen in box 3 in drie stappen te verhogen van 50.650 naar uiteindelijk circa 80.000 euro. Deze verhoging gaat niet meer door. Het heffingsvrije vermogen per 01-01-2013 blijft dus euro 50.650 per belastingplichtige (dubbele voor fiscale partners). Dit levert structureel 300 miljoen euro op.
3. Box 2: twee schijven 26 procent en 29,5 procent (per 01-01-2024)
Introductie van twee schijven in box 2 met een basistarief van 26 procent voor de eerste 67.000 euro aan inkomsten en een tarief van 29,5 procent voor het meerdere aan inkomen. Deze verhoging zou vooralsnog per 01-01-2024 moeten ingaan en levert 70 miljoen euro per jaar op.
4. Box 2: doelmatigheidsmarge van 25 procent naar 15 procent
De doelmatigheidsmarge heeft tot gevolg dat het loon voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) 25 procent lager gesteld mag worden dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid van de dga. Deze marge wordt verlaagd naar 15 procent, waardoor dga’s meer belasting in box 1 gaan betalen. Dit levert in het eerste jaar 321 miljoen euro op. In latere jaren daalt deze opbrengst, doordat het hogere loon leidt tot een kleinere fiscale claim in box 2. De structurele opbrengst bedraagt 25 miljoen euro.
5. Box 2 en 3: Afbouw algemene heffingskorting voor verzamelinkomen
Naast het box 1-inkomen gaat voortaan ook het inkomen uit box 2 en 3 meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Hierdoor ontvangen mensen die voornamelijk inkomen hebben in box 2 of 3 een lagere korting op de te betalen belasting. Deze maatregel wordt ingevoerd per 2025 en levert 325 miljoen euro op.
6. 30%-regeling beperken tot Balkenende-norm
Werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen om te werken kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30 procent van hun loon onbelast ontvangen. Voorgesteld wordt om het bereik van de regeling te beperken tot maximaal de WNT-norm (2022: 216.000 euro). Deze maatregel gaat in per 01-01-2023 en levert structureel 85 miljoen euro op. Er komt echter een overgangsregeling waardoor de maatregel geleidelijk over drie jaar wordt ingevoerd.
7. Algemeen tarief overdrachtsbelasting van 9 procent naar 10,1 procent
Het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting wordt verder verhoogd van 9 procent naar 10,1 procent. Het algemeen tarief geldt niet voor de verkrijging van woningen door mensen die deze zelf langdurig gaan bewonen. Deze tariefsverhoging geldt met name voor verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en natuurlijke personen die niet zelf (anders dan tijdelijk) de woningen als hoofdverblijf gebruiken. Deze maatregel gaat in per 01-01-2023 en komt dus bovenop de verhoging uit het coalitieakkoord van 8 procent naar 9 procent. Het levert 325 miljoen euro op.
8. Afschaffen IOAOW
De inkomensondersteuning AOW (IOAOW) wordt stapsgewijs verlaagd in 2023 en 2024 en afgeschaft vanaf 2025. Hiermee wordt een deel van de uitgaven gedekt van de koppeling van de AOW aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 2023.
9. Terugdraaien voorgenomen verhoging ouderenkorting
In het coalitieakkoord was eerder een verhoging van de ouderenkorting met 376 euro afgesproken. Deze verhoging gaat niet meer door en levert 0,6 miljard euro op aan besparing. Dit raakt ouderen met (hoge) middeninkomens, maar niet de laagste inkomens (zij verzilveren de ouderenkorting niet) en de hoogste inkomens (zij hebben geen recht op ouderenkorting).
10. Afschaffen Fiscale oudedagsreserve (FOR)
Met ingang van 1 januari 2023 is het niet langer mogelijk fiscaal gefaciliteerd oudedagsreserve op te bouwen. De bestaande reeds opgebouwde FOR kan nog wel op basis van de huidige regels worden afgewikkeld. Dit levert structureel 109 miljoen euro per jaar op. Hiervan wordt een deel ingezet als dekking binnen het AOW-pakket. Het andere deel is reeds gereserveerd als dekking voor een aantal ander belastingmaatregelen.
11. Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding 1 jaar vervroegen
De onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd naar 21 cent en 23 cent per kilometer vanaf 2024 en 2025.De kosten hiervoor bedragen 200 miljoen euro in 2023 en 200 miljoen euro in 2024.
12. Verlaging schenkingsvrijstelling eigen woning
De schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot euro 27.231. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft, zoals eerder ook afgesproken in het coalitieakkoord.
13. Btw-nultarief zonnepanelen
De levering en de installatie van zonnepanelen is momenteel belast met 21 procent btw. Wel kunnen particulieren de btw terugvragen als btw-ondernemer. Voorgesteld wordt om per 01-01-2023 een btw-nultarief toe te passen op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen.
14. Uitbreiding kring belastingplichtigen frisdrankbelasting
Artikel 17 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (Wvad) voldoet niet meer aan de huidige tijd, door onder andere de online aankopen door particulieren en toelevering vanuit het buitenland. Belastingontwijking neemt hierdoor steeds meer toe. De wet beperkt de kring van belastingplichtigen tot degene die de alcoholvrije dranken voorhanden heeft. Voorgesteld wordt om per 2024 artikel 17 Wvad uit te breiden naar «enige andere persoon die bij het voorhanden hebben ervan betrokken is». Dit sluit aan bij de huidige systematiek van de Wet op de accijns (WA).
Bron:https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/05/20/voorjaarsnota-2022
Mocht u vragen of meer informatie nodig hebben dan hoor ik dat graag van u.